daarna liepen we over een rotsig pad tot bij
een hek dat de gids voor ons opende en weer
sloot, we brachten de sleutels bij een oude
man en een vrouw met een schort voor, ze zaten
onder een luifel in rieten stoelen te wachten, als
werd hun zo dadelijk thee geserveerd, hun handen
lagen als dode duiven in hun schoot, zij keken
naar iets in de verte, dampende daken, bomen
in bosjes bijeen als kleine dorstige kuddes, het
was een huis vol spiegels, foto’s, erfgoed, maar
erfgenamen waren vertrokken, de man deed ons
uitgeleide, goede sleutels zijn een genot voor
de hand, mensen willen verankeren, als kleur in glazen
gebrand, een papieren geklapwiek ging over het land
Miriam Van hee wrote her poem geklapwiek during her residency at Paulet House in November 2019 as part of the Jakes Gerwel Foundation / International Literature House Passa Porta’s Dialogue Programme for Writers from the Low Countries and South Africa. The poem is included in her latest book of poetry that is due to be published in September 2022.
Miriam Van hee het in 1978 met haar bundel Het karige maal gedebuteer waarvoor sy dan ook die Letterkundeprys van die Provinsie van Oos-Vlaandere gewen het. Haar poësie is reeds in tien ander tale vertaal en haar tiende bundel is in 2017 bekroon met die Ultimaprys vir Letterkunde.